Inleiding
Een paar weken geleden had ik het weer:
Een gloednieuwe trainingsgroep en een nieuw ‘onderwerp’: ingrediënten die bij mij soms spanning veroorzaken En dat is eigenlijk best gek, want ik train en coach erg graag en toch lijk ik er soms een haat-liefde verhouding mee te hebben. Nu is met een gezonde wedstrijdspanning natuurlijk niets mis. Maar als de spanning te hoog wordt, zijn de effecten dusdanig dat de dag voor de training eigenlijk een weggegooide dag is. Ik pieker ; en de ‘ rampdenker’ sluit een verstikkend verbond met de ‘ perfectionist’ .
Een spiraal van negatieve gedachten maakt ook dat ik s ‘nachts wakker schrik. “ Oh ja dat ene onderdeel is belangrijk , en ik moet dat andere zeker niet vergeten, heb ik de wekker wel goed gezet ? En dús slaap soms slecht zo’n dag voor een nieuwe training. En dat is jammer, vooral voor mijzelf, maar natuurlijk ook voor mijn omgeving ; partner, collega’s etc. Als ik over ‘de spanning’ spreek, lijkt het alsof ik het over ‘iets ‘heb dat mij overkomt, terwijl ik dit ‘iets’ : dit fraaie bouwwerk van ondermijnende gedachten, feitelijk zelf creëer.
Het scheelt dat ik in goed gezelschap ben. Ik heb meerdere collega’s die met hetzelfde of varianten kampen. ‘Ben ik wel goed genoeg’ ? Nu ben ik niet gelovig, maar ik zie wel hoe we voortdurend onze eigen ‘ hel ‘ en ‘ hemel’ creëren . Deze blog gaat over hen die de lat soms te hoog leggen, die het te graag goed willen doen, waardoor ‘het’ kan blokkeren. Het tweede deel van de titel is wat positiever ingesteld, namelijk de angst om te presteren, om te schitteren. Kan dat? Ja, toestaan aan jezelf dat je het goed doet, gaat doen en mag doen. Want wellicht ligt daar de weg naar een oplossing
Ons denken, doen en voelen
Een vreemde paradox eigenlijk, dingen doen die je graag doet (in mijn geval trainen) en je er vervolgens druk over maken (in mijn geval in de voorbereiding), waardoor de lol afneemt. Het bijzondere is eigenlijk dat de feitelijke uitvoering (in mijn geval de training) meestal gewoon prima verloopt. Toch zijn deze ervaringen onvoldoende om het in de voorbereiding de volgende keer anders te ervaren. Alsof ik het weer nodig heb om tot die prestatie te komen. Gelukkig is het niet altijd zo, maar wel te vaak.
Veel heeft te maken met de druk die we onszelf opleggen. We creëren de verwachting (dit is trouwens vrij onbewust) dat we een perfecte prestatie moeten leveren en dat we stevig afgerekend worden door anderen als dit niet zou gebeuren. Deze gedachten zorgen voor een onrustig gevoel (de spanning) die ervoor kan zorgen dat we ook over dat gevoel weer gedachten gaan formuleren, bijvoorbeeld ‘stom dat ik me nu ook zo voel’ en ‘de vorige keer ging het toch goed!’. Dat maakt dat we weer wat gaan doen om die spanning te verminderen, in mijn geval nog een keer goed het programma doorlopen, nog een keer checken of het programma wel oké is. Ik noem dit zelf de piekercyclus, waar het moeilijk uitstappen is. Herken je dat? Een paar voorbeelden die ik weleens van anderen hoor. Vervang mijn training bijvoorbeeld door:
- Een presentatie moeten geven
- Mogelijke klanten bellen (die je nog niet zo goed kent)
- Je collega/leidinggevende aanspreken op zijn of haar gedrag
- Optreden met je band
- Een beleidsnota schrijven die naar het MT moet
- Een sollicitatiegesprek voeren
- …..
De lijst is eindeloos lang te maken met activiteiten die spanningen veroorzaken. Nu is het echter zo dat de oorzaak van de spanning niet veroorzaakt wordt door wat we moeten doen, maar door onze gedachten over die situatie en dan vooral over wat er mis zou kunnen gaan. Zoals een vriend tegen mij zei afgelopen week ‘Je weet toch inmiddels wel dat je het kunt na 15 jaar!’. Oke, een beetje een goedkoop advies, maar hij heeft wel gelijk.
Do’s en dont’s om uit een piekercyclus te komen
Wat helpt is het besef dat het dus niet de situatie is die spanning geeft, maar ons denken. Je kunt je eigen gedachten ook wat uitdagen. Wat kan er dan gebeuren als het misgaat? En hoe erg is dat? Waar staat dat alles perfect moet? Of dat je iedereen te vriend moet houden? je eigen gedachten wat uitdagen om relativering, want daar gaat het vaak om, te creëren. Toch is het vaak niet voldoende, ik word immers al 15 jaar meer of mindere mate geconfronteerd met een ingeslepen patroon. Probeer de cyclus van piekeren te doorbreken door ‘iets anders te gaan doen’. Zeg in feite: “Stop” tegen jezelf. Ik noem het vaak ‘iets anders gaan doen’. Door letterlijk je gedachten te verzetten, zeg je in feite STOP tegen jezelf. Zie het als een groot rood STOPBORD, waardoor je de gedachten/je mind (of hoe jij het ook wilt noemen) afleidt. Wat we in feite doen met onze piekergedachten is uit het hier en nu stappen. We houden ons teveel bezig met de toekomst. Om de parallel met het geloof weer te trekken. Ik vermoed dat de functie van bidden/mediteren/ontspannen/reciteren een manier is om jezelf te trainen in het hier-en-nu te komen en te blijven. Iets anders doen, kan ook letterlijk iets anders doen zijn, dus een stuk fietsen, eten koken, etc. Zorg er echter wel voor dat als je de gedachten weer hoort opkomen, je tegen jezelf zegt: “Nu even niet.” Wil jij jezelf ook ontwikkelen op het gebied van beter omgaan met stress, dan is een coachingssessie een idee of schrijf je in voor de training ‘Beter omgaan met Stress en Werkdruk’ die dit najaar weer van start gaat. Klik hier voor meer informatie.